Column: De Markthal, Nieuwsbrief 07 (nov. 2014)
Met de tot stand koming van de nieuwe Rotterdamse Markthal kan alles in het Blaakgebied op z’n plaats vallen en kunnen zelfs stedelijke ambities bijgesteld worden
Vorig jaar was het 25 jaar geleden dat de Willemsspoortunnel in Rotterdam in gebruik werd genomen.
Tot 1993 reed de trein hier bovengronds over een verhoogde treinbaan en viaducten.
Een ouwe Rotterdamse marktkoopman liet vorig jaar in het herdenkingsartikel in de krant opnemen ‘dat de nostalgie op de centrum-markt verdwenen was’. Waarschijnlijk bedoelde hij dat hijzelf met positief ingekleurde nostalgie terug dacht aan de markt van 25 jaar geleden, onder het oude spoorwegviaduct. Maar het was niet allemaal rozengeur en maneschijn.
Vieze achterkanten van huizen met drogende was en allerlei onbestemde rommel zag je als je met de trein vanuit het zuiden Rotterdam binnenkwam. Het waren de keerzijden van de Rosestraat en de Oranjeboomstraat die in die tijd aan het verloederen waren.
Het was alsof je je bezoek in je nieuwe huis via de verwaarloosde tuin en schuur het huis binnenliet. Over het belang van eerste indrukken zijn boekenkasten vol geschreven. Als je deze straten gepasseerd was, kreeg je pas Rotterdam in zijn volle glorie te zien.
In 1906 bezocht de Franse impressionistische/pointillistische schilder Signac de havenstad Rotterdam. Hij was er zeer van onder de indruk. Op een prentbriefkaart met een havengezicht schreef hij: ‘Vanuit mijn raam! Wat een bedrijvigheid! Ben enthousiast, maar verbijsterd.’ Vooral dat woord ‘verbijsterd’ intrigeert in hoge mate.
De trein reed onder de Hef door over de Willemsbrug naar het Centraal Station.
Bij Blaak, Hoogstraat, Meent en Weena/Pompenburg waren stalen viaducten die bij het passeren van een trein resoneerden dat het een lust was en de akoestiek van de omgeving op de proef stelden.
Onder het viaduct was de rommelmarkt. De toenmalige kraamhouders moeten bijna een gehoorafwijking opgelopen hebben van de herrie boven hun hoofd.
Mijn vader woonde aan de Grote Markt en was een man met vele gaven. Maar hij had vanwege deze locatie een nieuwe speciale gave ontwikkeld. Eerst hadden we het nog niet door maar steeds als er een trein langs denderde die ons het praten onmogelijk maakte, wachtten wij even met de conversatie maar mijn vader praatte gewoon door. Hij hoorde de trein niet meer of had er totaal geen last van, hij verstond ons prima maar wij hem niet.
Een jaar daarvoor waren wij met onze winkel verhuisd van de kubuswoningen op de Overblaak (toen nog ‘Modepromenade Overblaak geheten, zie mijn stuk met deze titel in Wikipedia) naar een winkel aan de Mariniersweg. Vanwege de bouwwerkzaamheden aan de spoortunnel werd de markt tijdelijk naar die straat verplaatst.
Omdat wij exclusieve couture kleding verkopen hielden wij ons hart vast voor de verkoop op marktdagen, maar deze angst bleek volkomen ongegrond. Op de markt kwam ook een kapitaalkrachtig publiek dat vaak interesse had in betere mode. Ze zagen de etalage, wipten even binnen of kwamen later terug.
Nu met de opening van de fantastische nieuwe Markthal zien we dit nogmaals bevestigd. De marktactiviteiten zijn aanjager voor een veelheid aan bedrijvigheid in de omgeving. In steden als Barcelona die van oudsher een markthal/mercado hebben, zie je hetzelfde beeld.
De wat gewild excentrieke kubuswoningen en de Oude Haven, het unieke station Blaak, de bibliotheek, krijgen er een publiekstrekker bij.
Wellicht verandert het in de afgelopen 25 jaar veel geziene beeld van een wat haastig geparkeerde touringcar die een drom toeristen uitspuugt, die massaal wat kiekjes schieten en weer snel de bus in gedreven worden (daarna waarschijnlijk door naar Kinderdijk of Amsterdam).
Er is nu alle reden om in het gebied te blijven. De rivier is vlakbij (maak een flaneer/ kunstroute a la Lange Voorhout op de middenberm van de Blaak als verbinding naar de Leuvenhaven), de nostalgische Oude Haven met Witte Huis en veel horeca onder handbereik, de Centrale Bibliotheek, de Laurenskerk (kleed dat schattige pleintje ervoor wat beter aan en waarom keert Rotterdam zijn rug naar het water van Steiger, Zijl en Hang, Stokviswater, Haagseveer en Delftsevaart in plaats van er terrassen en andere recreatie te creëren a la Utrechtse werven en grachten?).
De markt verhuisde terug naar de oude plaats en de levendigheid verhuisde mee. DORIENDAVID verhuisde in 1999 naar de Van Oldenbarneveltstraat en de rest is history.
Wat onveranderd is, is dat er weinig plaats is voor nostalgie in Rotterdam. Men heeft weinig op met bijna alles wat oud was. ‘Weg met die ouwe zooi’ was lange tijd de tijdgeest. Waardering voor oud cultuurgoed begint nu gelukkig langzamerhand door te breken.
David
DORIENDAVID